Wat vernemen wij uit de Schrift over de satan?

Paulus werd door Jezus aan het volk en aan de heidenen gezonden “om hun ogen te openen ter bekering uit de duisternis tot het licht en van de macht van de satan tot God, opdat zij vergeving van zonden en een erfdeel onder de geheiligden zouden ontvangen door het geloof in Mij” (Handelingen 26:18).

Wie is de satan? Wat is de omvang en de aard van zijn macht? Wie heeft de satan overwonnen, en hoe kunnen de mensen zich van de macht van satan naar God keren?


Wie is de satan?

In Openbaring lezen wij: “En er kwam oorlog in de hemel; Michaël en zijn engelen hadden oorlog te voeren tegen de draak; ook de draak en zijn engelen voerden oorlog, maar hij kon geen standhouden, en hun plaats werd in de hemel niet meer gevonden. En de grote draak werd (op de aarde) geworpen, de oude slang, die genaamd wordt duivel en de satan, die de gehele wereld verleidt; hij werd op de aarde geworpen en zijn engelen met hem” (Openbaring 12:7 t/m 9).

Onze kennis over de hemelse sfeer is beperkt tot wat God aan ons heeft geopenbaard. Wij vernemen dat de satan aanvoerder was van een opstand tegen God. Hoogmoed was zijn ondergang. Een ouderling “mag niet een pas bekeerde zijn, opdat hij niet door opgeblazenheid in het oordeel des duivels valle” (1 Timoteüs 3:6).

Het is de ultieme verwaandheid om te menen dat een opstand tegen God zou kunnen lukken. Toch volgen miljarden nu het voorbeeld van de satan. Zij leven in opstand tegen God.

Wat is de omvang van satans macht?

Johannes schrijft: “Wij weten, dat wij uit God zijn en de gehele wereld in het boze ligt” (1 Johannes 5:19). De satan heeft dus veel macht.

Velen geloven niet dat hij bestaat. Anderen denken dat alleen mensen die gruweldaden plegen onder de macht van de satan zijn. Maar Johannes zegt dat de gehele wereld in het boze ligt!

Wat is de aard van satans macht?

De duivel gebruikt bedrog om zijn heerschappij over de wereld te bevestigen. Over de duivel zegt Jezus, “Die ... staat niet in de waarheid, want er is in hem geen waarheid. Wanneer hij de leugen spreekt, spreekt hij naar zijn aard, want hij is een leugenaar en de vader der leugen” (Johannes 8:44).

De satan wordt “de verzoeker” genoemd (1 Tessalonicenzen 3:5). Tot zonde kan hij de mensen niet dwingen, maar hij verleidt hen tot zonde door valselijk te beweren dat opstand tegen God groter genot, minder pijn of enig voordeel zal opleveren. De satan verzocht Eva door haar te vertellen dat zij als God zou zijn indien zij aan God ongehoorzaam was en van de boom van de kennis van goed en kwaad zou eten (Genesis 3:1 t/m 5).

De satan haakt in op de verlangens van de mensen. “Laat niemand, als hij verzocht wordt, zeggen: Ik word van Godswege verzocht. Want God kan door het kwade niet verzocht worden en Hijzelf brengt ook niemand in verzoeking. Maar zo vaak iemand verzocht wordt, komt dit voort uit de zuiging en verlokking zijner eigen begeerte” (Jacobus 1:13, 14).

Wanneer mensen beslissen te zondigen, nemen zij vrijwillig deel aan de opstand van de satan en zij vergroten zijn macht. Dit verstoort ook hun relatie met God. “Maar uw ongerechtigheden zijn het, die scheiding brengen tussen u en uw God, en uw zonden doen zijn aangezicht voor u verborgen zijn, zodat Hij niet hoort” (Jesaja 59:2).

Jezus is gekomen om de satan te verslaan.

“Nu gaat er een oordeel over deze wereld; nu zal de overste dezer wereld buitengeworpen worden; en als Ik van de aarde verhoogd ben, zal Ik allen tot Mij trekken” (Johannes 12:31, 32).
Over de Heilige Geest zegt Jezus: “En als Hij komt, zal Hij de wereld overtuigen van zonde en van gerechtigheid en van oordeel; van zonde, omdat zij in Mij niet geloven; van gerechtigheid, omdat Ik heenga tot de Vader en gij Mij niet langer ziet; van oordeel, omdat de overste dezer wereld geoordeeld is” (Johannes 16:8 t/m 11).

Jezus is gekomen om ons uit de macht van de satan te bevrijden. “Daar nu de kinderen aan bloed en vlees deel hebben, heeft ook Hij op gelijke wijze daaraan deel gekregen, opdat Hij door zijn dood hem, die de macht over de dood had, de duivel, zou onttronen, en allen zou bevrijden, die gedurende hun ganse leven door angst voor de dood tot slavernij gedoemd waren” (Hebreeën 2:14, 15).

De satan is een moordenaar. Jezus zei: “Die was een mensenmoorder van den beginne” (Johannes 8:44). De satan heeft de dood in de wereld gebracht door Eva te bedriegen. Hij moedigde haar aan om aan God ongehoorzaam te zijn en vertelde haar dat zij niet zou sterven (Genesis 3:4). Hoe kon zij zo dwaas zijn? Toch volgen wij allemaal haar voorbeeld, “Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods” (Romeinen 3:23) en “het loon, dat de zonde geeft, is de dood” (Romeinen 6:23).

Jezus is gekomen om ons te bevrijden door de duivel van zijn dodelijke macht te beroven. Dit bereikte hij door Zelf de straf voor onze zonden te dragen, Hij “die zelf onze zonden in zijn lichaam op het hout gebracht heeft, opdat wij, aan de zonden afgestorven, voor de gerechtigheid zouden leven” (1 Petrus 2:24). Jezus zegt in Openbaring: “Ik ben dood geweest, en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheden, en Ik heb de sleutels van de dood en het dodenrijk” (Openbaring 1:18). Door Zijn opstanding heeft Christus de dood overwonnen. Hij heeft de sleutels van ons graf. Dit is goed nieuws! Dit is het evangelie!

Onlangs ben ik te weten gekomen waar mijn grootouders van moederszijde, Charles en Pearl Kincaid, begraven zijn. Van de gedenkplaat op hun graf hoop ik een foto te bekomen.

Zij waren toegewijde christenen. Hoewel ik mij hen niet kan herinneren doordat ik te klein was toen zij stierven, hadden zij een grote impact op mijn leven. Door hun invloed zijn mijn ouders christenen geworden.

Wanneer wij door een kerkhof wandelen, zijn de grafstenen stil. De opschriften geven de naam van de persoon, de datum van zijn geboorte en de datum van zijn dood.

In de herfst, wanneer de bomen hun kleurrijkste gewaden dragen, gaan wij graag voor een korte vakantie over de grens in de heuvels van Duitsland. Bij het rondrijden om de schoonheid van Gods schepping te bewonderen, hebben wij weleens een begraafplaats bezocht. De kerkhoven zijn heel mooi, gewoonlijk langs de kant van een heuvel. In de herfst worden bloemen op de graven gelegd om overleden familieleden te gedenken.

Bij het wandelen van grafsteen tot grafsteen merkten wij soms op dat een kind slechts enkele maanden had geleefd, of dat gans een gezin op dezelfde datum stierf, of dat iemand een vol leven van tachtig of negentig jaren heeft gehad. Nu zijn ze allemaal stil in het graf, en na een poosje zullen wij allemaal met hen zijn, tenzij de Heer terugkomt voor wij sterven. Wij weten nooit welke dag onze laatste zal zijn.

De dood is the macht van de satan. Vanaf de tijd dat Adam en Eva Eden moesten verlaten, sterft iedereen omdat iedereen zondigt (Romeinen 5:12).

Toch is er iets binnenin ons dat bezwaar heeft tegen de dood. God heeft de eeuwigheid in het hart van de mens geplaatst (Prediker 3:11). Mensen die wij kennen en liefhebben zouden niet mogen sterven! En God heeft een weg voorzien om ons met Hem voor eeuwig te laten voortleven. De dood en de zonde geven satan zijn macht, maar Jezus heeft de zonde en de dood en de satan overwonnen.


Hoe keert men zich van de macht van de satan naar God?

Redding uit de macht van de satan wordt iedereen aangeboden. Na Zijn opstanding heeft Jezus zijn volgelingen bevolen: “Gaat heen in de gehele wereld, verkondigt het evangelie aan de ganse schepping. Wie gelooft en zich laat dopen, zal behouden worden, maar wie niet gelooft, zal veroordeeld worden” (Marcus 16:15, 16). “En de Geest en de bruid zeggen: Kom! En wie het hoort, zegge: Kom! En wie dorst heeft, kome, en wie wil, neme het water des levens om niet” (Openbaring 22:17).

Maar wanneer iemand niet gewillig is, wanneer het hart van iemand niet goed is, kan de satan voorkomen dat hij gelooft. Jezus verklaarde de gelijkenis van de zaaier: “Het zaad is het woord Gods. Die langs de weg, zijn zij, die het gehoord hebben; daarna komt de duivel en neemt het woord uit hun hart weg, opdat zij niet zouden geloven en behouden worden” (Lucas 8:11, 12). ... “Dat in goede aarde, dat zijn zij, die met een goed en vroom hart het woord gehoord hebbende, dat vasthouden en vrucht dragen in volharding” (Lucas 8:15).

Paulus zegt: “Indien dan nog ons evangelie bedekt is, is het bedekt bij hen, die verloren gaan, ongelovigen, wier overleggingen de god dezer eeuw met blindheid heeft geslagen, zodat zij het schijnsel niet ontwaren van het evangelie der heerlijkheid van Christus, die het beeld Gods is” (2 Korintiërs 4:3, 4).

Maar wanneer wij wel gewillig zijn, wanneer wij met een goed en vroom hart naar Gods woord luisteren, wanneer wij geloven en ons laten dopen, worden wij door God gered: “Hij heeft ons verlost uit de macht der duisternis en overgebracht in het Koninkrijk van de Zoon zijner liefde, in wie wij de verlossing hebben, de vergeving der zonden” (Kolossenzen 1:13, 14).

Johannes hoorde lof in de hemel voor de overwinning van Christus op de satan: “Nu is verschenen het heil en de kracht en het koningschap van onze God en de macht van zijn Gezalfde; want de aanklager van onze broeders, die hen dag en nacht aanklaagde voor onze God, is nedergeworpen. En zij hebben hem overwonnen door het bloed van het Lam en door het woord van hun getuigenis, en zij hebben hun leven niet liefgehad, tot in de dood” (Openbaring 12:10, 11).

Paulus legt uit: “Ook u, hoewel gij dood waart door uw overtredingen en zonden, waarin gij vroeger gewandeld hebt overeenkomstig de loop dezer wereld, overeenkomstig de overste van de macht der lucht, van de geest, die thans werkzaam is in de kinderen der ongehoorzaamheid” (Efeziërs 2:1, 2).


Maar de satan geeft zich niet gemakkelijk gewonnen.

Hij probeert ons terug onder zijn macht te brengen. Paulus was om de Korintiërs bezorgd: “Maar ik vrees, dat misschien, zoals de slang met haar sluwheid Eva verleidde, uw gedachten van de eenvoudige [en loutere] toewijding aan Christus afgetrokken zullen worden” (2 Korintiërs 11:3). Hij had een gelijkaardige bezorgdheid over het welzijn van de Tessalonicenzen: “Daarom kon ik het ook niet langer uithouden en zond hem om mij te vergewissen van uw geloof, of de verzoeker u misschien verzocht had en onze inspanning vruchteloos zou geworden zijn” (1 Tessalonicenzen 3:5).

Petrus waarschuwt: “Wordt nuchter en waakzaam. Uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, zoekende wie hij zal verslinden. Wederstaat hem, vast in het geloof” (1 Petrus 5:8, 9).

Jacobus geeft deze vermaning: “Onderwerpt u dus aan God, maar biedt weerstand aan de duivel, en hij zal van u vlieden” (Jacobus 4:7).

God heeft ons de wapenen gegeven die wij nodig hebben om weerstand tegen de duivel te bieden: “Voorts, weest krachtig in de Here en in de sterkte zijner macht. Doet de wapenrusting Gods aan, om te kunnen standhouden tegen de verleidingen des duivels; want wij hebben niet te worstelen tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de boze geesten in de hemelse gewesten. Neemt daarom de wapenrusting Gods, om weerstand te kunnen bieden in de boze dag en om, uw taak geheel vervuld hebbende, stand te houden. Stelt u dan op, uw lendenen omgord met de waarheid, bekleed met het pantser der gerechtigheid, de voeten geschoeid met de bereidvaardigheid van het evangelie des vredes; neemt bij dit alles het schild des geloofs ter hand, waarmede gij al de brandende pijlen van de boze zult kunnen doven; en neemt de helm des heils aan en het zwaard des Geestes, dat is het woord van God. En bidt daarbij met aanhoudend bidden en smeken bij elke gelegenheid in de Geest, daartoe wakende met alle volharding en smeking voor alle heiligen” (Efeziërs 6:10 t/m 19).


Wat hebben wij over de satan geleerd?

De mensheid is in de greep van de satan die de hele wereld bedriegt. Zijn macht is de vernietigende kracht van zonde en dood.

Christus is gekomen om ons van de macht van de satan te bevrijden door de straf voor onze zonden op Zich te nemen opdat wij vergeven kunnen worden. Dit goed nieuws wordt aan iedereen verkondigd.

Wie gelooft en zich laat dopen wordt door God uit de macht van de duisternis verlost en naar het Koninkrijk van Zijn Zoon overgebracht. De satan valt ons nog aan maar God geeft ons de wapenen die wij nodig hebben om hem te weerstaan en trouw te blijven.

Tot slot, een zegen uit Romeinen 16:20 - “De God nu des vredes zal weldra de satan onder uw voeten vertreden. De genade van onze Here Jezus zij met u! Amen.”

Roy Davison

De schriftgedeelten in dit artikel zijn uit de NBG-1951 Vertaling,
© Nederlands Bijbelgenootschap (tenzij anders aangeduid).